Heer ik wil U volgen - maar zo vaak lukt dat niet.
Over oceanen heen - maar een plas is al te diep.
Mijn leven voor U heiligen - maar ik struikel keer op keer,
en als ik in het stof bijt lukt het zingen ook niet meer.
Ik wil in U geloven - maar de twijfel zit zo diep.
Geen and're goden dienen - maar zo sterk ben ik vaak niet.
Eerlijk en rechtvaardig zijn - maar de leugen corrumpeert,
met ontferming zijn bewogen - maar ikzelf kom altijd eerst.
O God ik voel me waardeloos, mislukt, kapot - voorbij,
dit is niet meer te keren, God, wat moet u nog met mij.
De liefde van de Vader doorbreekt met zachte kracht
de dijken van mijn weerstand, de hardheid van mijn hart.
Al ben ik en al kan ik niets, al ben ik nog zo moe,
U noemt mij bij mijn naam en dekt mijn onvermogen toe.
Al schiet ik ook tekort als mens, toch neemt U mij nu aan.
In Christus is genade en mag ik voor U bestaan.
Als mijn oudste broeder, leidt Hij mij naar Uw troon,
mag ik Uw geliefde kind zijn, in gezelschap van Uw Zoon.
Mag ik Uw geliefde kind zijn, in gezelschap van Uw Zoon.