Wie in de hof des Heren is geplant,
die vindt de goede grond voor het bestaan.
En strekt de wortel tot het levend water uit,
om storm en droogte te weerstaan.
Die draagt in ouderdom nog vrucht, blijft krachtig en blijft fris.
En rijst omhoog, getuigt van Hem in wie geen onrecht is.
Wie naar de stem des Heren luist’ren wil,
en in gehoorzaamheid haar leven leidt.
Die op de weg van spot en kwaad haar voet niet zet,
zij bloeit en draagt haar vrucht op tijd.
Al wat zij onderneemt gelukt, het leven komt tot bloei.
Tot lof en eer van onze God, de gever van de groei.
Al wie zich met brood des levens voedt,
het ware brood dat ons de hemel schenkt.
Die leeft in eeuwigheid geborgen in de Heer,
die hem tot volle wasdom brengt.
Hij kent geen honger en geen dorst, en wordt ook zelf tot bron,
waaruit het levend water vloeit, zet voort wat Hij begon.